Woordenlijsten: zinsbouw en grammatica

Als leerlingen woorden uit een woordenlijst hebben geleerd, wil dat nog niet zeggen dat ze ze ook kunnen gebruiken in een zin. Als docent is het wel mijn doel dat de leerlingen de woorden snel gaan gebruiken in functionele zinnen. Dit wil ik om een aantal redenen. Allereerst wil ik dat leerlingen snel een succeservaring hebben. Als ze bijvoorbeeld al na een paar lessen zichzelf kunnen voorstellen, geeft dat veel voldoening. Om dat te bereiken, moeten de leerlingen meteen leren hoe ze de woorden in een zin moeten gebruiken. Ten tweede raken de leerlingen door voorbeeldzinnen een beetje bekend met de zinsbouw in het Mandarijn. Hoe sneller ze daaraan wennen, hoe makkelijker de leerlingen zelf ook nieuwe zinnen kunnen maken. Dit heeft weer voordelen in hun latere leerproces.

Ten derde blijven woorden makkelijker hangen als je ze in zinsverband gebruikt hebt. Ze zitten vast in die zin en het is geen losse brij meer van woordjes die je allemaal door elkaar kunt halen. Bovendien zitten woorden in een gesprek ook altijd verpakt in een zin. Dan is het dus handig om ze ook zo aan te leren.

Om deze drie redenen vind ik het belangrijk dat de leerlingen de woorden uit de woordenlijst ook in een zin tegenkomen. Onder de woordenlijsten die door mij gemaakt zijn, staan daarom altijd een stuk of vijf zinnen met woorden uit de woordenlijst. Als het een woordenlijst voor beginners is, staat het pinyin er ook achter, maar als het gevorderden zijn, zet ik alleen de karakters neer. De vertaling? Ze mogen puzzelen totdat ze er zelf achterkomen!

Zo'n woordenlijst ziet er dan ongeveer zo uit:

Woordenlijst Familie

Karakter                         Pinyin            Vertaling

  1. 家                   jiā                    gezin, huis
  2. 爸爸               bàba               papa
  3. 妈妈               māma             mama
  4. 有                   yǒu                 hebben, er zijn
  5. 个                   ge                   maatwoord
  6. 是                   shì                  zijn
  7. 他                   tā                    hij
  8. 她                   tā                    zij
  9. 哥哥               gēge               oudere broer
  10. 姐姐               jiĕjie                oudere zus
  11. 弟弟               dìdi                 jonger broertje
  12. 妹妹               mèimei           jonger zusje
  13. 爷爷               yéye               opa
  14. 奶奶               năinai                        oma

Wat zouden deze zinnen betekenen?

  1. 我有一个妹妹。Wŏ yŏu yī ge mèimèi.
  2. 这是我哥哥。Zhè shì wŏ gēge.
  3. 他十八岁。 Tā shíbā suì.
  4. 你家有几个人?Nĭ jiā yŏu jĭ ge rén?
  5. 你有兄弟姐妹吗?Nĭ yŏu xiōngdìjiĕmèi ma?

Dit puzzelen met de zinnen en de geleerde woorden heeft als voordeel dat de leerlingen zelf hun hersens moeten gebruiken om tot een betekenis te komen. Daardoor zal zowel de zin in het Chinees als de betekenis beter blijven hangen.

Ook biedt deze methode het voordeel dat ik woorden met een grammaticale functie goed duidelijk kan maken. Ik kan precies laten zien hoe een woord met een grammaticale functie werkt, in wat voor zin het woord staat en op welke plek in de zin het dan staat. Dit is veel informatie in één zin, die je in de kolom “Nederlands” van een woordenlijst niet zou kunnen opnemen. In de Woordenlijst Familie kwamen mijn leerlingen bijvoorbeeld voor het eerst het woordje "ge" tegen. Ze zien dit onbekende woordje in de zinnen staan, maar kunnen de zinnen toch vertalen. Vervolgens leg ik de functie van dit nieuwe woordje uit, waarbij ik de zinnen meteen als voorbeeld gebruik. Voor de leerlingen is dit veel duidelijker dan wanneer ze in de woordenlijst zien staan: "ge is een maatwoord". Uitleg van de docent blijft hierbij natuurlijk onmisbaar.

De docent kan de voorbeeldzinnen zo moeilijk maken als hij of zij wil. Ik kies er meestal voor om ook woorden op te nemen die de leerlingen nog niet hebben gehad, maar die ze door de context in de zin wel kunnen raden. Één van de voorbeeldzinnen hierboven is: “你有兄弟姐妹吗?”. De leerlingen hebben 兄 op dat moment nog niet gehad. Toch is de betekenis van deze zin bijna altijd meteen duidelijk: als ze de rest kunnen vertalen, weten ze ook wat 兄 betekent. Op deze manier heb ik de leerlingen zowel een vaste uitdrukking in het Chinees geleerd en kunnen ze ook 弟弟, 姐姐 en 妹妹 beter onthouden.

Vaak mogen de leerlingen de zinnen in tweetallen of in groepjes vertalen, om een sneller en beter resultaat te krijgen. Dan is de kans dat een leerling het opgeeft ook minder groot.

Na het bespreken van de betekenis van de zinnen, laat ik de leerlingen deze zinnen in tweetallen of in groepjes oefenen. Omdat ze nu weten hoe de zinnen in elkaar zitten, kunnen ze de zin aanpassen aan hun eigen situatie. Door deze oefening bestaat het leren van woorden niet alleen uit reproduceren, maar kunnen de leerlingen datgene wat ze geleerd hebben ook creatief toepassen.

Tot slot controleer ik door een vraag te stellen of door een leerling te vragen zichzelf voor te stellen of alles begrepen is.

Nieuwe woorden leren is een belangrijk deel van het leren van een taal. Het is denk ik ook belangrijk om na te denken over hoe de leerlingen dit het best leren. Ik vind het vooral belangrijk dat de leerlingen de nieuwe woorden meteen kunnen toepassen in hun eigen situatie en dat ze snel zelf zinnen gaan maken. Mijn woordenlijsten zijn ontworpen met dat doel voor ogen.

Bovenstaande foto is gemaakt door Gideon Tsang, te vinden via http://www.flickr.com/photos/gideon/128259700/

Een eerste kennismaking met karakters

Het bespreken van woorden