Afgelopen week ben ik op vakantie geweest naar Italië. In het buitenland vind ik het altijd vervelend om niet in de eigen taal tegen de mensen te kunnen spreken, daarom probeer ik altijd minstens een paar woorden te leren. En dat is mij dan ook gelukt! Nu zul je denken: “wat heeft dit met Chinees leren te maken?” Dat is heel simpel: ik denk dat de manier waarop ik wat woordjes Italiaans heb opgepikt ook bruikbaar is in de les Chinees. Het spreken van Italiaans begint met drie basisprincipes. Allereerst moet je goed kunnen luisteren naar wat er om je heen gezegd wordt. Als iemand “buongiorno” zegt, kun je netjes “buongiorno” terug zeggen. Ook “alsjeblieft”, “dankjewel” en “pardon” kun je op deze manier heel makkelijk leren. Natuurlijk helpt het als je al wat Frans en Spaans kent en dit makkelijk kunt verstaan, maar toch moet dit voor iedereen te doen zijn. Ten tweede moet je de vreemde taal durven gebruiken. Als je Engels terug gaat praten, is dat niet erg bevorderlijk voor je Italiaans. Ten derde is herhaling erg belangrijk. Als je één keer opzoekt in je boekje “era buonissimo” en dat één keer uitspreekt, blijft het nog niet hangen. Dat soort zinnen moet je elke dag na elke maaltijd gebruiken om het goed te onthouden, zeker als het een moeilijkere taal is.
Deze drie basisprincipes zijn makkelijk te vertalen naar een klassensituatie tijdens een les Chinees. Als de docent elke keer vaste uitdrukkingen in het Chinees uitspreekt, kan de leerling horen hoe het moet. Als de leerling dan ook iets terug moet zeggen in het Chinees, wordt hij of zij gedwongen de taal ook te spreken. Tenslotte moeten deze vaste uitdrukkingen elke les terugkomen om bij de leerling te blijven hangen.
Ik weet dat veel collega’s dit principe al toepassen in hun lessen. “Alsjeblieft”, “dankjewel”, “geen dank”, “hallo”, “tot ziens” en “heel goed”, worden dan in het Chinees gezegd in plaats van in het Nederlands. Vaak is een Nederlandse vertaling erbij overbodig. Als de leerlingen de cijfers al geleerd hebben, zeg ik vaak de pagina die de leerlingen voor zich moeten nemen in het Chinees. Dan kan ik meteen zien wie de cijfers al goed beheerst en wie niet: dat kan ik zien aan hoe snel ze de pagina gevonden hebben. Dit zijn allemaal heel korte zinnetjes of woordjes.
Wat je ook kunt doen, is de leerlingen kant en klare zinnetjes aanbieden. Dit kun je meteen gieten in de vorm van een luisteroefening. Eerst spreek je de zin uit, vervolgens laat je de leerlingen die in pinyin opschrijven en dan pas geef je de vertaling. Als je dit meerdere lessen achter elkaar doet, hebben de leerlingen na een tijdje een lijstje met handige zinnen in het Chinees. Dit zijn wat langere zinnetjes, bijvoorbeeld: 我听不懂,请你再说一遍. Voorwaarde is dan wel dat je ze vervolgens ook elke les gebruikt of laat gebruiken, anders blijven ze niet hangen. Er bestaan ook posters speciaal voor Chinees met dit soort zinnen erop die je in de klas kunt ophangen. Dit kan nog een apart geheugensteuntje zijn voor de leerlingen.