Hoe maak ik een toets leesvaardigheid?
Bij het maken van een toets leesvaardigheid komen allerlei dingen kijken. Deze blogpost is de eerste van een serie waarin ik vertel hoe ik een toets leesvaardigheid in elkaar zet. Dit kan een schoolexamen zijn of een andere toets.
Allereerst heb ik teksten nodig. Dit moeten teksten zijn die niet te moeilijk zijn. De krant op het plaatje is uiteraard te moeilijk. De leerlingen zijn niet gewend schrijftaal te lezen, dus zorg ik ervoor dat de teksten niet te veel schrijftaal bevatten. Teksten als mails, oproepjes, advertenties en stripjes zijn heel geschikt.
Waar kun je geschikte teksten vinden? Teksten die je in de krant of op internet kunt vinden zijn vaak (veel) te moeilijk. Je kunt deze teksten gebruiken als je er makkelijke vragen bij stelt, bijvoorbeeld "Wie heeft dit bericht geschreven?", of "Waar gaat dit bericht over?" als meerkeuze-vraag. Een voorbeeld is de songtekst beneden. Deze tekst kunnen de leerlingen voor een deel niet lezen, maar de vragen zijn zodanig dat ze wel het juiste antwoord kunnen vinden.
Een lied
Xia Yu Tian - Nan Quan Mama (下雨天 - 南拳妈妈)
下雨天了怎么办 我好想你
不敢打给你 我找不到原因
什么失眠的声音 变得好熟悉
沉默的场景 做你的代替
陪我听雨滴
Bovenstaande tekst is een couplet uit een lied.
4. Wat voor sfeer wordt er geschetst in de eerste regel van dit couplet? Leg uit.
5. Wat wordt er in de tweede regel bedoeld met不敢打给你?
- Ik durf je niet te slaan
- Ik durf niet met je te spelen
- Ik durf je niet te bellen
- Ik durf het je niet te geven
De meeste teksten schrijf ik zelf. Ik pas een bestaande tekst aan of ik schrijf hem helemaal zelf. Dan kan ik de woorden gebruiken die mijn leerlingen geleerd hebben.
Bij het zoeken naar teksten hou ik rekening met een aantal dingen.
- Wat is de moeilijkheidsgraad? In het ERK (Europees Referentie Kader) staat mooi omschreven wat voor soort teksten bij welk niveau horen. Bij een eindexamen leesvaardigheid zit ik tussen niveau A2 en B1 in.
- Welke teksten kunnen volgens Taalprofielen aan bod komen? Taalprofielen beschrijft heel duidelijk wat de mogelijkheden zijn. Ik probeer zo veel mogelijk verschillende soorten teksten te gebruiken (advertenties, brieven, stripjes...).
- De lengte van de teksten. Ik wissel lange teksten af met kortere teksten, menukaarten of een weerbericht.
- De onderwerpen van de teksten. In Taalprofoelen staat mooi omschreven over wat voor onderwerpen de leerlingen zouden moeten kunnen lezen. Ik kies zo veel mogelijk verschillende onderwerpen.
Na het zoeken van teksten ga ik vragen maken. Hoe ik dat precies aanpak, bespreek ik in de blogpost van 5 februari 2016.