De vorige blogpost ging over de vraag waarom Chinees zo ontzettend moeilijk te leren is. Na het lezen van het stuk van David Moser zakt de moed je misschien in de schoenen. Dat is niet de bedoeling! Ik vond het vooral een grappig stuk en voor mij absoluut geen reden om de moed op te geven. Maar misschien komt dat ook doordat ik zo'n persoon ben die niet meer kan stoppen. Ik heb nu al zo veel karakters geleerd, ik kan het nu niet meer opgeven.
Voor de mensen die ook graag die karakters onder de knie willen krijgen, heb ik 10 tips:
Tip 1: Gebruik altijd dezelfde streepjesvolgorde. Als je karakters leert, schrijf ze dan altijd op dezelfde manier op. Het handigst is als je de standaard Chinese streepjesvolgorde aanhoudt (die wordt niet voor niets door zo veel Chinezen gebruikt), maar een eigen volgorde kan ook. Als je het karakter altijd op dezelfde manier opschrijft, kun je het makkelijker onthouden omdat je motorische geheugen meedoet. Als je alleen naar een karakter kijkt, wordt alleen een beroep gedaan op je visuele geheugen. Je vergeet het dan sneller dan wanneer je ook beweging gebruikt. Bovendien sla je geen streepjes over: als je het laatste streepje getrokken hebt, weet je zeker dat je ze allemaal gehad hebt.
Tip 2: Leer de radicalen. Chinese karakters zijn opgebouwd uit kleinere stukjes. Sommige van die stukjes geven je nuttige aanwijzingen waar het karakter mee te maken heeft. Bijvoorbeeld 口 "mond-radicaal" dat in veel karakters zit die met eten, drinken en praten te maken hebben. Deze radicalen zijn in (online) woordenboeken te vinden. Er is ook een mooi boek over geschreven door Cecilia Lindqvist: Het karakter van China: een dikke pil, vooral voor degenen die graag precies willen weten hoe het in elkaar zit.
Tip 3: Gebruik ezelsbruggetjes. Ik merk dat cursisten en leerlingen altijd dankbaar gebruik maken van ezelsbruggetjes die ik ze vertel. Bijvoorbeeld "oudere zus" dat geschreven wordt met met een "vrouw" en een "boekenkast" (zie afbeelding). Het is een boekenkast met twee plankjes en hij staat op de grond. Waarom heeft een oudere zus een boekenkast? Nou gewoon, omdat een oudere zus al kan lezen en dan heeft ze ook al een paar boeken.
Meestal probeer ik voor die ezelsbruggetjes gebruik te maken van de radicalen, maar soms is het een beeld in mijn hoofd, zoals 常常 dat er in mijn hoofd uitziet als twee Mexicanen met een sombrero. Of het verschil tussen 左 en 右: in 左 staat een hoofdletter "i" van "links".
Tip 4: Gebruik Chineasy. Chineasy is een methode waarmee je makkelijker de karakters kunt onthouden doordat de betekenis zichtbaar is gemaakt in een tekening.
Helaas is het niet mogelijk voor elk karakter een plaatje te verzinnen en bovendien verandert de taal voortdurend waardoor woorden nu iets anders betekenen dan vroeger. In Chineasy staat bijvoorbeeld een boom getekend achter een karakter dat geen boom meer betekent. 木 betekent "hout" in modern Chinees; 树 is het karakter voor "boom". Ondanks deze problemen is het Chineasy wel handig om een begin te maken met het leren van karakters.
Tip 5: Oefen regelmatig, maar niet te lang achter elkaar. Probeer de karakters in het lange-termijn geheugen te krijgen. Dat doe je door ze regelmatig te oefenen: elke dag 10 minuten. Als je veel karakters moet leren, leer dan elke dag 2 keer 10 minuten. Dat levert meer op dan 1 keer een uur. Na 15 minuten aan één stuk door, neem je nauwelijks meer nieuwe karakters op.
Wat bij mij trouwens goed werkt: 2 of 3 moeilijke karakters nog een keer herhalen vlak voor het sporten. Tijdens het sporten blijven die karakters dan in mijn hoofd zitten en daarna ken ik ze!
Tip 6: Gebruik wrts. Wrts is een programma waarmee je woordjes kunt oefenen en laten overhoren. Je kunt karakters invoeren in je persoonlijke woordenlijst. Bij andere moderne vreemde talen kun je bij het overhoren de woorden meteen intypen; bij Chinees adviseer ik om de karakters op papier te schrijven en ze dan te controleren met het karakter op het scherm.
Tip 7: Maak woordkaartjes: de niet-digitale vorm van tip 6. Schrijf aan 1 kant de Nederlandse vertaling en aan de andere kant het pinyin en het karakter. Het is veel werk, dat weet ik, maar het is een handige manier om de karakters te oefenen. Bekijk de Nederlandse kant en schrijf het pinyin en het karakter op. Controleer of het goed is en leg het kaartje op de stapel "bekende karakters" of "onbekende karakters". Leer de onbekende karakters nog een keer.
De kaartjes zijn makkelijk mee te nemen: je kunt dus overal even karakters leren (ik deed dat tijdens mijn studie vaak in de trein). Bovendien leer je de woorden in willekeurige volgorde en is het makkelijk om ze gedoseerd te leren: niet langer dan 10 minuten achter elkaar (zie tip 5).
Tip 8: Plak post-its in huis. Heb je de karakters van de meubels geleerd? Plak dan een post-it met 桌子 op tafel, 椅子 op een stoel, 书架 op de boekenplank en 电视 bij de tv. Als je de karakters voor kleding hebt geleerd, kun je kaartjes plakken in je kledingkast. Op die manier ze je elke dag de karakters bij het juiste voorwerp. Dat kan helpen ze te onthouden.
Tip 9: Maak er een zin van. Er zijn altijd karakters die niet in je hoofd willen blijven zitten. Verzamel deze karakters en maak er een zin van. Bij elkaar zijn ze makkelijker te leren: schrijf deze zin elke dag op.
Tip 10: Decipher Chinese. Over deze app heb ik al eerder een blogpost geschreven. De app is niet goed bruikbaar om specifieke karakters te leren, maar wel om je woordenschat uit te breiden. Je ziet de karakters in zinsverband en leert karakters sneller te herkennen.